Verhaal 7: over hoe ik boos werd op iemand die te hard ademde bij yoga

069RachelGarrison

“Doe jij aan yoga? Dat had ik echt niet van jou verwacht!” Dit hoor ik vaak van mensen die mij verkeerd inschatten. Ja, ik doe aan yoga. Hot yoga, welteverstaan. Dat dat wonderlijk is, begrijp ik. Ik heb namelijk een hekel aan zwetende mensen.

Ook heb ik een hekel aan mensen die veeeels te dicht bij mij in de buurt lopen te zweten. En wat ik al helemáál niet kan uitstaan, zijn mensen die hoorbaar ademen. Laat deze verschrikkingen nou net allemaal de revue passeren in een hot yogales.

Waarom ik het toch doe? Omdat ik het lekker vind mezelf te pijnigen, zowel fysiek als mentaal. Een workout zonder pijn is geen workout. Toch is het niet elke les even makkelijk. Ik weet dat het hommeles is als zich een aanzienlijk aantal mannen in de hete ruimte bevindt. Mannen van een jaar of 40. Of erger: ouder. Mannen die alleen maar een klein zwembroekje aan hebben, terwijl ze daar toch echt het lichaam niet meer voor hebben. Mannen die zo hard zweten dat ze druppelen als herfstregen. Mannen die denken dat het niet opvalt dat ze kaal worden als ze hun haar maar laten groeien. Mannen die het nodig vinden om bij elke beweging ontzettend luid te ademen en/of te kreunen. Alsof ze niet met het idee kunnen leven onopgemerkt te blijven. “Ik adem tering hard, dus ik ben, oké???!!!.”

Deze mannen wil ik doodknuppelen.

Pijn doen
Toegegeven, vrouwen hebben er ook een handje van. Zelfde type: veertiger in te kleine, strakke outfit. Vol overgave ademen deze mannen en vrouwen in (harde SNUIIIIF) en uit (harde AAAAH). Je voelt hun frustratie over al wat niet meer is en nooit zal zijn. Op zo’n moment denk ik alleen maar: “ik moet jou nu veel pijn doen”, gevolgd door: “godver, waarom kan ik me nou nooit eens over mijn ergernissen heen zetten?”

Dat vind ik echt moeilijk. Een gezellig avondje naar de bioscoop kan volledig in duigen vallen door een neusademer of voetwiebelaar naast me. Geluidjes, beweeginkjes, hou op, schei uit.

Een van mijn de dingen die ik mezelf voorneem alvorens de yogales begint, is: probeer je niet te ergeren, want je hebt alleen jezelf met je hoogoplopende irritatie. Als een mantra laat ik dit door me heen stromen. Zen zijn is een keuze. Blabla.

Gisteravond was ik weer in mijn favoriete yogastudio aan de Overtoom. In de kleedkamers ving ik een gesprek op.
“Hoe werkt het kluisje?” vroeg het meisje met paardenstaart.
“Je tikt vier cijfers in en dan het slotje”, zei het meisje met los haar.
“Oké, dan doe ik gewoon 1999. Mijn geboortejaar.”

Wat? Met hoog opgetrokken wenkbrauwen staarde ik naar het meisje, even vergetend dat ik nog geen bovenstukje aan had. Ik bekeek haar van top tot teen. Ze moest een medisch wonder zijn. 1999. Dan kun je toch nog niet lopen en praten tegelijk?
De meiden hadden door dat ik naar hen keek. Zij keken op hun beurt naar mijn borsten. Het was een raar moment. Snel trok ik mijn sporttop aan en besefte tot grote schrik dat dit meisje 17 werd of al was. 1999!

Koek en ei
Goed, deze ongemakkelijke endeavour daargelaten, zag de avondles er veelbelovend uit. In de ‘hot room’ bevonden zich slechts drie mannen. Niet te oud, niet te dicht bij mij in de buurt. Ik had een matje gekozen tussen twee  jonge vrouwen. Als je dan toch direct naast iemand moet liggen, dan maar naast mensen van je eigen leeftijd en geslacht. Uit ervaring weet ik dat je daar in de yogawereld het minst last van hebt. De les begon en alles leek koek en ei. Tuurlijk, soms ademde iemand vrij hoorbaar, maar ik kon het naast me neerleggen. Ik was ongelooflijk zen.

Twintig minuten later was het feest voorbij. Een van de mannen, rechts achter mij, had zich ontpopt tot een Overdreven Harde Ademer. Via de spiegel wisselden mijn buurvrouw en ik een blik van gedeelde smart. Dat verlichtte de pijn een beetje, al zakte mijn doodknuppelneiging niet af.

Er stonden nog 40 minuten op de klok. Hoe ik de les ben doorgekomen, weet ik niet meer. Ik denk dat mijn brein zich automatisch had ingesteld op survival mode. Gewoon gaangaangaan. Tijdens de les hadden mijn buurvrouw en ik af en toe steun gezocht in elkaars zielenpijn. Meer hadden we niet, meer konden we niet.

Ik ging kapot
De les was bijna afgelopen. We lagen allemaal op onze rug in de dead body pose. Mijn favoriete houding. Er zou nog een kwartier aan ontspanning volgen. De docent zei ons te focussen op onze ademhaling, daar gaf hij ons even de tijd voor. Rechtsachter me deed de man niets anders dan SNUIIIIF en AAAAH.

Het vrat aan me.
Ik hield het niet meer.
Ik ging er kapot aan.

“Kun je daarmee ophouden?”
Ik zei het veel harder dan de bedoeling was. Ik was rechtop gaan zitten. De docent dacht even dat ik het tegen hem had, maar zag toen dat ik me met verwilderde blik tot de ademman richtte. Het was doodstil. De man keek voorzichtig naar mij vanuit zijn liggende positie.
“Ja, jij!” zei ik. “Dat geadem van je is echt gékmakend.”
Mijn buurvrouw viel me bij: “Je haalt me de hele les al uit mijn concentratie.”
“Eh, wat doe ik dan precies?” vroeg Lucifer.
“Ademen!”

Voldoening
Er ontstond tumult. Sommigen stoorden zich aan onze arrogante houding. (“Jullie verstoren nu de les, niet hij.”) Weer anderen waren het met ons eens (“Het is inderdaad best wel vervelend”) en de docent probeerde de boel te sussen (“Laten we proberen in rust af te sluiten”). En zo lagen we weer op onze rug, in ‘savasana’. Ik hoorde de man nog altijd ademen, maar veel zachter dan voorheen. Het gaf voldoening.

“Goed dat je er wat van zei. Het was echt niet normaal”, aldus mijn buurvrouw toen we eenmaal in de kleedkamer waren. We gaven elkaar een high five. Een beetje mal, maar dat is wat een overwinningsroes doet met een mens. Een paar andere vrouwen toonden ook hun support. “Zo iemand kan echt je les bederven”, zei een vrouw met borsten die op die van mijn moeder leken. Ik knikte. “Absoluut.” Een tanige dame, type oud-ballerina, draaide zich plots woest om. “Ik heb me anders de hele les gestoord aan jouw horloge”, snerpte ze. “TIKTIKTIK!”

Getagged , , , , , , , , , ,
%d bloggers liken dit: